De aartsvaderscyclus…
Abraham, Isaak.. we hebben het al gemerkt: De lijn zet zich niet vanzelf door. Toekomst is niet vanzelfsprekend. Het is een weerkerend thema: Dat het leven mag (voort)duren, wordt bedreigd door onvruchtbaarheid, honger, en religie (het offer van Isaak, ei-zo-na was het geschied).
En nu is Isaak getrouwd. Rebecca was hem tot troost na de dood van zijn moeder, maar ook deze ‘aartsmoeder’ baart niet zomaar. En als ze dan eindelijk zwanger is, voelt het niet goed. Er wordt een tweeling. En dat is in Israel geen omen, maar deze twee: ‘ze stieten tegen elkander in haar binnenste’, zo lezen we in Genesis 25. Rebecca vertrouwt het niet en raadpleegt een orakel. En dat bevestigt haar vermoeden: het zijn ‘twee volkeren, twee natiën, en zij zullen zich scheiden… oorlog kondigt zich prenataal al aan. En als ze geboren worden is het meteen duidelijk: twee-ei-ig: zo tegengesteld als maar kan. Rossig behaard en wild : Esau, en de ander glad en netjes : Jakob.
De profetie had gezegd: de oudste zal de jongste dienen, maar de praktijk is anders; Isaak had Esau lief. Die ging jagen, een echte man, de geur van het woud kleeft aan hem en hij maakt ‘wildbraad’ voor z’n vader en die houdt daarvan. Jakob is kansloos: een Poulidor: nummer 2 voor eeuwig. Zo zit het leven in elkaar: het recht van de sterkste geldt. En in een patriarchale samenleving gaat de macht, het gezag, het bezit, altijd over van vader op oudste zoon…
De sterktste wint het pleit: niks aan te doen. Zo gaat het leven. Of…?
Voor we verder gaan: even wat info terzijde: Veel lagen in de oude verhalen. Zeker in de eerste delen van het boek Genesis. Het is een composiet geheel, en ook een compositie. Het materiaal komt uit veel bronnen, is door verschillende handen gegaan in verschillende tijden en geredigeerd. En de slotauteur was een echte componist. Hij wist wat hij samenvoegde en waarom…De lagen zijn nog herkenbaar (bij archeologisch onderzoek).
- Zo zien we in Genesis een laag die een ordenende wereldbeschouwing verraadt. Ook proto-wetenschappelijk. Er hebben zich geleerde mensen mee bezig gehouden. Men denkt daarbij vaak aan de priesters, actief in de tempel in Jeruzalem. Zij zitten achter Genesis 1 : Hoe knap de wereld in elkaar zit, hoe geordend. De more geometrico haast, en dichterlijk tegelijk, symmetrisch, spelend met taal. Ook de vele registers en stambomen die tussen de verhalen door zijn opgenomen (en wij nooit lezen) komen bij hen vandaan. In dit opzicht zijn onze verhalen ook beschrijvingen van de ‘bewoonde wereld’ met haar vele volkeren: elementaire volkenkunde: de boodschap: Hoezeer ook verdeeld, toch zijn alle mensen aan elkaar verwant zijn. Wij hebben nog resten van hun indeling bewaard, als we bijv. speken over de Semitische volkeren. (Noach had 3 zonen: Sem, Cham en Japhet. Vanuit deze drie verdeelden de mensen zich over de aarde (drie groepen globaliter verdeel over drie werelddelen gezien vanuit de Middellandse Zee) We zagen dit reeds bij Abraham, Hij had twee zonen: Isaak en Ismael… twee stammen/volken. En nu opnieuw, maar het komt steeds dichterbij: Jakob en Ezau : ‘twee volkeren in uw schoot’ (Jakob=Israel, Esau=Edom).
- Ook de proto-wetenschap was niet waardenvrij. Er is vaak een ulterior motive: een politieke (ideologische) laag: de ‘imagined communities’, de volken/naties, hebben een ontstaansverhaal nodig, dat tegelijjk de huidige situatie rechtvaardigt. Zoals wij over de Guldensporenslag vertellen, of de 80-jarige oorlog; of de Fransen over de Revolutie: Goed en kwaad wordt netjes verdeeld, en wij zijn de erfgenamen van de goeden, natuurlijk…
- Israel vertelt dus verhalen over: Jakob = Israel: Edom is ouder dan Israel als ‘volk’ (stamverband). Zij woonden in een onherbergzaam, ruw terrein ten Zuiden van de Dode Zee. Het waren jagers, ze leiden een hard bestaan. [fenotype = Esau]. Israel komt later en botst op/met Edom. De koningen Saul en David overvleugelen het naburige bergvolk en onderwerpen het.
- Zelfkritische (profetische) laag. Het volk Israel vertelt haar eigen geschiedenis, daarbij net als andere volkeren de stand van zaken legitimerend (in hun voordeel), maar de verhalen zijn tegelijk ook ‘spiegelverhalen’: om naar zichzelf te kijken met een kritische blik: Zo glorieus is het allemaal niet. De helden – aartsvaders – blijken gewone mensen te zijn. Niet zonder smet en blaam. De schets van de voorouders valt niet altijd in hun voordeel uit. En vooral dit is in ons verhaal van vandaag opvallend: Hun weg naar de macht was ook wel eens gebaseerd op list en bedrog, van een moreel zonder meer verwerpelijke soort. Er zijn nogal wat ‘dwarsstanden’ in de compositie en dwarsliggers: Vrouwen bijvoorbeeld die zich niet laten doen (Juda en Tamar: Genesis 38) en die zich op de torah (de wet, het recht) beroepen. En God gaar hier in mee: hij spant met hen samen om als dat nodig is de ‘natuurlijke gang’ van de macht (vader-oudste zoon, gehoorzaamheid) te doorbreken, om ruimte te creëren voor een meer inclusieve ordening van het leven (ik duid nu ad bonam partem, ik weet het). Opvallend vaak is er in de bijbelse verhalen sprake van ‘opstand, wegtrekken’. Het oerparadigma van Israels identiteit is zelfs de uit-tocht van de voorvaderen die ‘slaven’ waren uit het land van de onderdrukkende macht (Egypte): Exodus. Er wordt m.a.w. een verhaal geschreven waarin ook de kansloze, de verdrukte, de stemmeloze een stem krijgt… Langs de rand van de moraal (of erover). op zoek naar een ander verhaal voor de mensen dan dat van man en macht, een andere manier van ‘samenleven’.
- Maar ook is er gewoon een verteller aan het woord, die plezier beleeft aan een ‘goed verhaal’: die speelt met die associaties, en vooral geïnteresseerd is in de psychologie (of minder anachronistisch: in de mens), geniet van het plot, de intriges, de relaties, en de onverwachte wendingen die mogelijk (denkbaar) zijn: leven de verbeelding !
Het verhaal van vandaag spreekt voor zich. Het is een thriller: Kan degene die kansloos is in een samenleving gebaseerd op ‘man en macht’ iets doen? Heeft hij (zij) opties? Het zal niet vanzelf gaan. Daar is inventiviteit, creativiteit en lef voor nodig?
Normaal gaat de oudste zoon, de sterktste, de mannelijke man met de zegen lopen. Natuurlijk, dat is logisch, dat ligt in de lijn der verwachtingen, der natuur ook. Maar dat is buiten de waard gerekend, in dit geval: buiten de vrouw gerekend : Rebecca. Zij heeft liever die andere zoon van haar, die stille, die altijd op de tweede plaats komt. En ze heeft een plan, ‘a cunning plan’, en daarbij lapt ze het gewoonterecht aan de laars en doet ze alles wat ‘not done’ is. Het verhaal is een blijver in de cultuurgeschiedenis van de mensheid. Jakob die zich voordoet als Ezau en zo gaat lopen met wat hem niet toebehoort èn toch ook ook weer wel… (NB: voor de liefhebbers: Rashi, de Middeleeuwse Joodse exegeet, biedt een alternatief: Jakob is de eerstverwekte: first in-last out. Hier zijn opmerkelijke verklaring]
Willem Ceuleers heeft het op muziek gezet.
Hij heeft hiervoor teruggegrepen op de Canisiusvertaling uit 1939 (nog eens aangepast na de oorlog). Dit is de eerste officiële RKG bijbelvertaling uit de ‘moderne tijd’. Ze is
berucht vanwege haar noten: apologetisch tegen modernisme, vrijzinnigen en protestanten. De vertaling zelf behoort tot het beste dat er in de 20ste eeuw is uitgebracht qua vertaling, d.w.z. zeer brontekst-getrouw (meer dan de officiële RK lijn zou toestaan) en – tijd ver vooruit – doeltaalgericht (het Nederlands). De vertaling loopt goed en klinkt natuurlijk. Een Neerlandicus, pater Molkenboer, heeft het werk mede gesuperviseerd. professor Nederlandse taal- en letterkunde in Nijmegen, Vondelkenner. ‘Heerlijk
zingbaar’, zei Willem, i.t.t. alle andere vertalingen die we hebben geraadpleegd
(dat zegt toch wel iets). Hij heeft de verschillende personages hun eigen
orkestrale begeleiding meegegeven:
- de verteller begeleid door klavecimbel en chitarrone
- Isaak 3 blokfluiten, cello en klavecimbel
- Rebekka door 2 traverso’s, cello en klavecimbel
- Jacob en Ezau door gamba en klavecimbel (beide broers elk hun eigen gamba)
En oh ja, de koralen: dat zijn deze keer liederen uit de traditie van Jakob/Israel: Psalmen dus. Waarom? Pragmatisch antwoord: Ze zijn nodig voor de afwisseling, anders wordt het eentonig. Ook in een muziekcompositie moet er afwisseling zijn. Tegelijk een moment voor u om wat na te denken over het reeds gehoorde, en daarbij helpt de inhoud van de gekozen psalmen: door u bijv. op het verkeerde been te zetten:
Psalm 24 mediteert over ‘wie er voor God mag staan?’ Interessant is dat Jakob en Rebecca beiden niet in aanmerking zouden komen. Hoe zit dat met ‘zuiverheid’… Ik wijs er echter op dat Jakob ondanks zijn bedrog in Genesis toch te boek staat als een ‘onberispelijk’ man (zelfde term als gebruikt wordt om Job te beschrijven). Gaat het misschien om iemand die z’n prioriteiten op orde heeft, die een focus heeft in z’n leven (in deze fase is het vooral zijn moeder die de focus heeft voor hem, maar in het vervolg krijgt hij zelf ook meer en meer grip op waar het in zijn (het) leven over zou dienen te gaan) en daar dan voor durft gaan, ook als dat botst met het politieke correcte denken of de algemene (burgerlijk/kerkelijke) moraal? De psalm keert terug. Dus u krijgt de tijd.
Psalm 2: nadat Esau ontploft en zweert dat hij niet zal rusten voor hij Jakob’s scalp te pakken heeft klinkt deze psalm (een van de oudste uit het boek, misschien wel 3.000 jaar oud): Waarom woeden de volken zo, waarom gaan de machthebbers zo wild te keer’? Zouden ze zich niet beter zich eens bezinnen op een alternatieve weg? Die weg is er, zo suggereert Psalm 2. Dat is een idee van die vreemde God van Israel die met zijn gezalfde (‘Messias’) een eigen spoor door de geschiedenis probeert te trekken. De christelijke kerk heeft deze Psalm toegewezen aan de… Kerstavond (en ook in de Messiah van Handel speelt ze een grote rol). Oh ja, hij die in de hemel zit en lacht als hij al dat gewoel op aarde ziet: ‘Itschaq’ staat daar dan in het Hebreeuws.