Door goede machten

Dietrich Bonhoeffer: Von guten Mächten … Originele duitse tekst met twee Nederlandse vertalingen. Sinds 1988 is het handschrift (slot van een brief aan Maria von Wedemeyer, d.d. 19/12/1944) raadpleegbaar, wat tot enkele kleine correcties heeft geleid.1

Handschrift van Dietrich Bonhoeffer (slot van de brief aan Maria) http://www.predigten.uni-goettingen.de/archiv-8/bonhoeffer-faksimile.jpg, Gemeinfrei

Vertaling uit “Verzet en overgave“, 1956 (Jos Tielens?)

Door goede machten stil en trouw omgeven,
beschermd, getroost, beveiligd wonderbaar,
zo wil ik deze dagen met u leven
en met u binnengaan in ’t nieuwe jaar.

Nog drukt de zware last van kwade dagen,
nog komt het oude kwellen hart en hoofd.
Voor onze opgejaagde zielen vragen
wij, Heer, het heil dat Gij ons hebt beloofd.

En zo Gij ons de bittere kelk wilt geven
vol leed, gevuld tot boven aan de rand,
dan nemen wij hem dankbaar, zonder beven
uit uw goede en getrouwe hand.

Maar wilt Gij ons nog eenmaal vreugde schenken
aan deze wereld en de glans der zon,
dan willen wat voorbijging wij gedenken:
U zij ons leven dat uit U begon.

Laat warm en stil vandaag de kaarsen branden:
Gij hebt ze in onze duisternis gebracht.
Breng, als het zijn kan, ons weer bij elkander.
Wij weten het : uw licht schijnt in de nacht.

Zij het dat diepe stilten ons omringen,
laat ons toch horen, Heer, nu als voorheen,
het lofgezang dat al uw kindren zingen
het volle lied der wereld om ons heen.

Door goede machten wonderbaar geborgen
wachten wij rustig wat ons lot ook zij.
God is met ons in de avond en de morgen,
en elke nieuwe dag is Hij nabij.


J.W. Schulte Nordholt (Liedboek voor de kerken, 1973)

1 Door goede machten trouw en stil omgeven,
behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar,
zo wil ik graag met u, mijn liefsten, leven,
en met u ingaan in het nieuwe jaar.

2 Wil nog de oude pijn ons hart vernielen,
drukt nog de last van ‘t leed dat ons beklemt,
o Heer, geef onze opgejaagde zielen
het heil waarvoor Gij zelf ons hebt bestemd.

3 En wilt Gij ons de bitt’re beker geven
met gal gevuld tot aan de hoogste rand,
dan nemen wij hem dankbaar zonder beven
aan uit uw goede, uw geliefde hand.

4 Maar wilt Gij ons nog eenmaal vreugde schenken
om deze wereld en haar zonneschijn,
leer ons wat is geleden dan herdenken,
geheel van U zal dan ons leven zijn.

5 Laat warm en stil de kaarsen branden heden,
die Gij hier in ons duister hebt gebracht,
breng als het kan ons samen, geef ons vrede.
Wij weten het, uw licht schijnt in de nacht.

6 Valt om ons heen steeds meer het diepe zwijgen,
de eenzaamheid, die nergens uitkomst ziet,
laat ons dan allerwege horen stijgen
tot lof van U het wereldwijde lied.

7 In goede machten liefderijk geborgen
verwachten wij getroost wat komen mag.
God is met ons des avonds en des morgens,
is zeker met ons elke nieuwe dag.


Duitse tekst uit brief aan Maria von Wedemeyer (19/12/1944)

in de voetnoten de varianten die in de overgetypte versie stonden en tot 1988 dus als origineel werden aanzien

Von guten Mächten treu und still umgeben,
behütet und getröstet wunderbar,
so will ich diese Tage mit euch leben
und mit euch gehen in ein neues Jahr.

Noch will das alte2  unsre Herzen quälen,
noch drückt uns böser Tage schwere Last.
Ach Herr, gib unsern aufgeschreckten3 Seelen
das Heil, für das du uns geschaffen4 hast.

Und reichst du uns den schweren Kelch, den bittern
des Leids, gefüllt bis an den höchsten Rand,
so nehmen wir ihn dankbar ohne Zittern
aus deiner guten und geliebten Hand.

Doch willst du uns noch einmal Freude schenken
an dieser Welt und ihrer Sonne Glanz,
dann wolln wir des Vergangenen gedenken,
und dann gehört dir unser Leben ganz.

Laß warm und hell5 die Kerzen heute flammen,
die du in unsre Dunkelheit gebracht,
führ, wenn es sein kann, wieder uns zusammen.
Wir wissen es, dein Licht scheint in der Nacht.

Wenn sich die Stille nun tief um uns breitet,
so laß uns hören jenen vollen Klang
der Welt, die unsichtbar sich um uns weitet,
all deiner Kinder hohen Lobgesang.

Von guten Mächten wunderbar geborgen,
erwarten wir getrost, was kommen mag.
Gott ist bei6 uns am Abend und am Morgen
und ganz gewiß an jedem neuen Tag.


[1] Maria von Wedemeyer maakte al in 1944 een kopie voor de familie. Deze werd in 1945 hectografisch vermenigvuldigd en was de basis voor de eerste publiaties en dus ook gepubliceerd door E. Bethge in Widerstand und Ergebung.
[2] Urtext zonder hoofdletter, dus adjectief van ‘Jahr’ !
[3] Getypte versie: aufgescheuchten
[4] Getypte versie: bereitet
[5] Getypte versie: still
[6] Getypte versie: mit

Artur Honegger: psaume 138

From Trois psaumes (1940-41), nr. 3: Il faut que de tous mes esprits.

Score (All three psalms) – from IMSLP. Enjoy.

Text (Fr-Eng)

Psaume 138 Psalm 138
(poem by Clément Marot, 1543) (English – Book of Common Prayer)
Il faut que de tous mes esprits
ton los et prix
j’exalte et prise:
Devant les grands me présenter
pour te chanter
J’ai fait emprise.
En ton saint’ Temple adorerai,
célèbrerai
ta renommée,
Pour l’amour de ta grand’ bonté,
et féauté
tant estimée.
I will give thanks to you, O LORD,
with my whole heart;

Before the gods I will sing your praise.

I will bow down toward your holy temple
and praise your Name,

Because of your love and faithfulness;

Antisemitisme bij ons (na 7 oktober 2023)

Sinds 7 oktober 2023 neemt het aantal meldingen rond anti-semitisme toe, ook in ons land. Volgens een IPSOS-peiling voor het Jonathas Instituut (opgericht na 7 oktober) heeft 14% van de Belgen een afkeer van Joden, dubbel zoveel als de Fransen. Dit cijfer stijgt tot 22% in Brussel, waar 11% van de bevolking ook aangeeft dat ze sympathie heeft voor Hamas. Dit is alarmerend (bron: DESINFOS.COM van 080624).

Vermenging van haat tegen Israel en haat tegen Joden.

– In Frankrijk kwam recent (5 mei 2024) een nieuw overzicht uit van de situatie op dit vlak. De enquête wees op een ‘nieuw antisemitisme’ dat niet altijd opgemerkt wordt door de meerderheid van de bevolking. Bedoeld wordt een vermenging van de haat tegen Israël en de haat tegen joden.
– De stijging van het aantal antisemitische incidenten aan universiteiten in Noord-Amerika en in Europa geeft aan dat het antizionistische gevoel  zich vertaalt in een duidelijk antisemitische houding tegenover Joden in het algemeen. Als men doorvraagt tegen wie de incidenten zich richten komt men aan: Joden 50%, Moslims 19 %, katholieken 15%, kleurlingen 10 % en Roma 4%.
– Een kwart van de Franse Joden verklaart sinds 7 oktober te lijden hebben gehad van incidenten. 44 % van de ondervraagden hebben in het openbaar alle kenmerken in hun kleding weggedaan. 20 % heeft de mezoeza en hun naam aan de deur verwijderd, hebben zelfs hun naam veranderd bij bestellingen online uit angst voor agressies. De neergelegde klachten zullen waarschijnlijk maar een miniem aantal weergeven. Dit alles uit een persnota van AJC Parijs van mei 2024 over een enquête uitgevoerd door het IFOP.  

Voorbeelden van bij ons

Wij kunnen op dit moment niet ingaan op uw huurvraag, omdat we linken zien tussen uw organisatie en het huidige Israël.” Dat stond te lezen in een mail van het Antwerpse kunstencentrum Monty aan een Joodse lagere en middelbare school die een zaal wou huren voor een activiteit…
“We hebben een foutieve link gelegd tussen de Joodse school en de Israëlische regering. Toen de school geschrokken reageerde, besefte ik meteen dat we een fout hadden gemaakt”, aldus de directeur. (uit De Standaard van 080624).
Tijdens de manifestatie van zondag 2  juni ‘Samen tegen Antisemitisme’ in  Antwerpen sprak ook journalist Rik Van Cauwelaert en wees op het conflict in het Midden-Oosten dat bij ons geïmporteerd wordt. Joodse studenten worden beschimpt omdat zij Joods zijn. Ook heel wat Joden veroordelen wat in Israël en Gaza gebeurt.

Arabische studenten aan Joodse universiteiten en Joods protest.

In het protest aan onze universiteiten schijnen de studneten geen rekening te houden met het feit dat bijv. aan de universiteit van Tel-Aviv 30% van de studenten Arabisch zijn, en dat aan de universiteit van Haifa de rector een Arabische vrouw is en dat daar zelfs de meerderheid van de studenten Arabisch is. Door de oproep tot universitaire boycot sluit men zich af van de vele individuen (studenten en professoren) die in Israel ook tegen de huidige politiek ageren. (Aldus Rik Van Cauwelaert in een verslag tijdens de uitzending van ‘De Afspraak’ op Canvas met Phara de Aguirre op maandag 030624.)

Dit alles doet ons de vraag stellen in hoeverre men als minderheidsgroep kan opkomen voor een andere minderheidsgroep. Zijn wij het volgende slachtoffer? Hebben wij iets geleerd van dominee Martin Niemöller toen hij schreef “Toen de nazi’s de communisten arresteerden, heb ik gezwegen; ik was immers geen communist…”

Danny Rouges 9/6/2024

ORGELCONCERT 22 juni 2024 – 20u

Jésus, vu par des françaix modernistes

door Willem Ceuleers

Vrije bijdrage bestemd voor de restauratie van een deel van het orgel (najaar-winter 2024)

Dit concert is het eerste in een reeks van twee, voorafgaand aan de deelrestauratie van het orgel komende winter. Het tweede concert wordt voorzien in september, datum afhankelijk van de startdatum van de restauratiewerken.

Het programma van deze avond belicht de Franse tongval van ons Duitse Walckerorgel aan de hand van ‘modernistische’ componisten uit het interbellum. Het thema is het leven van Jezus. Daarvoor werd er gekozen uit de Rooms-Katholieke liturgieën in het Parijs van de jaren 1920 waarin sleutelmomenten uit Jezus’ leven aan bod komen.

Programma:

1. Advent

          Marcel Dupré (1886-1971): uit ‘Symphonie Passion’, opus 23 (1924):
                    I. Le Monde dans l’attente du Sauveur :
                    Allegro agitato, ma non troppo vivo

2. Kerstmis

          Marcel Dupré (1886-1971): uit ‘Symphonie Passion’, opus 23 (1924):
                    II. Nativité : Cantabile

3. Witte Donderdag

          Olivier Messiaen (1908-1992):
                    Le Banquet Céleste (1926) : Très lent, extatique

4. Goede Vrijdag

          Marcel Dupré (1886-1971): uit ‘Symphonie Passion’, opus 23 (1924):
                    III. Crucifixion : Lento

5. Pasen

          Charles Tournemire (1870-1939): uit ‘Cinq Improvisations’ (1931) reconstituées par Maurice Duruflé (1958):
                    V. Choral-Improvisation sur le ‘Victimae paschali’
                    Moderato / animato / largo / presto

6. Hemelvaart

          Olivier Messiaen (1908-1992): uit ‘L’Ascension (version pour orgue 1934):
                    IV. Prière du Christ montant vers son Père :
                    Extrêmement lent, ému et solennel

7. Pinksteren

          Charles Tournemire (1870-1939): uit ‘L’Orgue Mystique, opus 56 (1927-1932):
                    25e recueil: In Festo Pentecostes: II. Offertoire : senza rigore

8. Trinitatis

          Charles Tournemire (1870-1939): uit ‘Cinq Improvisations’ (1931) reconstituées par Maurice Duruflé (1958):
                    III. Improvisation sur le ‘Te Deum’ : Largo /  andante / vivo

De vrije bijdrage is ten bate van de nakende orgelrestauratie.

Dit concert is het eerste in een reeks van twee, voorafgaand aan de deelrestauratie van het orgel komende winter. Het tweede concert wordt voorzien in september, datum afhankelijk van de startdatum van de restauratiewerken.

Het programma van deze avond belicht de Franse tongval van ons Duitse Walckerorgel aan de hand van ‘modernistische’ componisten uit het interbellum. Het thema is het leven van Jezus. Daarvoor werd er gekozen uit de Rooms-Katholieke liturgieën in het Parijs van de jaren 1920 waarin sleutelmomenten uit Jezus’ leven aan bod komen.

Golliwog goes to church

Muzische viering met twee klarinetsuites (Debussy en Ceuleers)

Thema: Zijn wij vrije mensen, of dansen we naar de pijpen van X?
Muzikale gasten : het klarinetkwartet van de Koninklijke Harmonie “De Eendracht” te Wommelgem:

  • An Van Berendoncks
  • Kathleen De Praitere,
  • Lieven Van den Eede,
  • Willem Ceuleers.

Hoofdmuziek:
Claude Debussy: delen uit Children’s corner, gearrangeerd door Willem Ceuleers: Suite composée nr. 2 (2023)
– Serenade of the Doll
– The little Shepherd
– Golliwogg’s cake walk

Willem Ceuleers: Klarinetkwartet nr. 1, opus 1012 (2023)
– Allegro amabile
– Thema met variaties

Thema van de viering: Zijn wij vrije mensen, of dansen we naar de pijpen van X ?
Lezing: Mattheüs 11:9-16 (“Wij hebben op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst”), 25-30 (“Ik zal u rust geven, rust voor uwe zielen”)
Duiding en Prediking: Dick Wursten

Voor en na de viering: symfonische orgelmuziek van Camille Saint-Saens, Marcel Dupré, en Louis Vierne.

Liturgisch verloop van de viering:

  • welkom / afkondigingen
  • aanvangslied: gezang 380: 1, 2 en 3
  • stil gebed
  • votum & groet
  • lied: gezang 380: 4 en 5
  • gebed om ontferming
  • glorialied: psalm 149: 1 en 2

Spreuk: Wij hebben op de fluit gespeeld en gij hebt niet gedanst…
          (Mattheüs 11: 16-19)

  • duiding
  • klarinetsuite (naar ‘Children’s corner van Claude Debussy)
  • duiding (bis)

gebed bij de opening van de Schriften

  • Mattheüs 11:25-30
  • lied: gezang 170: 1, 2, 3

Preek: komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en ik zal u rust geven, rust voor uwe zielen.

  • klarinetsuite (Ceuleers)
  • Geloofsbelijdenis/gebeden
  • slotlied: psalm 87
  • heenzending en zegen
  • amen..” (gezang 456:3)

Holy, holy, holy – the lord is King

orde van dienst 14 april 2024. Zondag Misericordia Domini

Orgelmuziek : Thomas Tomkins (1572-1656): Offertory (1637)

  • Welkom
  • Votum en groet
  • Aanvangshymne: Holy, holy, holy, Lord God Almighty koraalmotet Willem Ceuleers, opus 1018 (2023) – koor en orgel
  • Gebed om ontferming
  • Zingen: Psalm 33: 1 en 2
  • Woord ten leven
  • Zingen: Psalm 33: 8
  • Dienst van het Woord
  • Gebed bij de opening van het Woord
  • Schriftlezing: Johannes 21: 15-19
  • Zingen: Psalm 139: 1, 2, 14
  • Overdenking
  • Cantate:     The Lord is King, the earth may be glad (1688) (tekst p. 3) Henry Purcell (1659-1695) Bassolist, koor en continuo (orgel)
  • Dankgebed en voorbeden
  • Collecten (1 orgel, 2 eredienst)
  • Slotlied: gezang 313: 1, 5, 6, 7
  • Zegen – Amen (gezang 456:3)

Orgelmuziek: Charles Villiers Stanford (1852-1924) – 100ste sterftejaar: Fantasia and Toccata in d minor, opus 57 (1894, rev. 1917)

Leerhuis ‘VAN ABBA TOT ZONDEBOK’

BIJBELSE OEFENING IN DIALOGEREN (joods-christelijke dialoog)      

vijf donderdagavonden (ook apart te bezoeken) :
25 april , 2 mei, 16 mei, 23 mei, 30 mei, 6 juni   van 20.00 tot 21.30 uur
TPC – Groenenborgerlaan 149, 2020 Antwerpen

Data: donderdag 25 april 2024, donderdag 2 mei, donderdag 16 mei, donderdag 23 mei, donderdag 30 mei, donderdag 6 juni   van 20.00 tot 21.30 uur

Initiatiefnemers: Diocesane Werkgroep Bijbel (DWB) + Antwerpse Contactgroep voor joods-christelijke betrekkingen (ACJCB)

  • Begeleiders: Jean Bastiaens, David Godecharle, Rik Hoet, Danny Rouges
  • Plaats: TPC Antwerpen, Groenenborgerlaan 149, 2020 Antwerpen.
  • Bijdrage: 10 euro per samenkomst (inclusief koffie en syllabus)
  • Wie wil kan het boek ter plekke aanschaffen (€ 24,95).

Info: david.godecharle@bisdomantwerpen.be

Inschrijven: els.want@bisdomantwerpen.be  – of via deze link

Leerhuis Van Abba tot Zondebok

men kan alle avonden komen.. of ook enkele.. of slechts één…

Samenkomst I – 25 april

Algemene inleiding: oorsprong en totstandkoming van het boek in zijn Duitse uitgave. Doel van het boek.

Twee trefwoorden:

  • Bijbel: Oude Testament, Nieuwe Testament?
  • Bloed: ‘Zijn bloed kome over ons’??

Samenkomst II – 2 mei

  • Christus: messiasverwachting
  • Jezus van Nazaret: zoon van God?
  • Exodus: ten koste van de Egyptenaren?

Samenkomst III – 16 mei

  • Farizeeën: wie zijn zij werkelijk?
  • God: veraf of dichtbij?
  • Genade: staan wet en genade tegenover elkaar?

Samenkomst IV – 23 mei

  • Dabru Emet – Spreek waarheid! : Een joods standpunt tegenover christenen
  • ‘De wil van onze Vader in de hemel doen’: een nieuw orthodox standpunt over dialoog tussen joden en christenen
  • Nostra Aetate 4: document van Vaticanum II over het jodendom

Samenkomst V – 30 mei

  • Liefde voor de vijand: alleen in het christendom?
  • Oog om oog, tand om tand: wraak of vergoeding?
  • Toorn van God: de passie van God?

Samenkomst VI – 6 juni

  • Volk van God: wie is het volk van God?
  • Uitverkiezing – Roeping: wie is uitverkoren?
  • Wraak: waarom en waartoe? Een Bijbels perspectief.

Slot: evaluatie. Welke oogst brengen we bijeen?

Doelgroep: joden en christenen die werken in de pastoraal, catechese, verkondiging; godsdienstleerkrachten; geïnteresseerden.

We maken op vlak van de Bijbel een paradigmashift mee. Die shift is al lang geleden ingezet, laten we zeggen vanaf de eerste oorsprong van de historisch-kritische methoden…

Het oude paradigma, gaandeweg op gang gekomen vanaf de tweede eeuw, ziet het Nieuwe Testament (NT) als een vervulling van het Oude Testament (OT), in die zin dat het OT wel nog getuige en bewijs is, maar geen zelfstandige relevantie meer bezit. Het Oude Testament is in zekere zin achterhaald, met een voorbijgestreefd Godsbeeld. Dit bepaalde ook de visie op het jodendom: ook het jodendom was een achterhaalde positie, en niet meer relevante manier van God dienen. Bovendien werd er een tegenstelling gecreëerd tussen OT en NT: de God van de toorn/wraak (‘oog om oog’) hoort bij het OT, de ‘God van de liefde’ bij het NT (cf. de zogenaamde ‘antithesen’). Het hoeft geen betoog om te beseffen welke kwalijke gevolgen dit heeft gehad voor de vervolging van joodse mensen, eeuw na eeuw…

De paradigmashift werd van zowel joodse als christelijke zijde ingezet:

– Van joodse zijde: Martin Buber, David Flusser, Sjemueel Safrai enz.

– Aan christelijke zijde: Dietrich Bonhoeffer, Karl Barth en vooral, in ons taalgebied, Heiko Miskotte  (en ‘de Amsterdamse School’)

We zijn nog bezig deze paradigmashift te maken. Bij de meeste gelovigen is deze nog niet aangekomen. Wat staat ons te doen?

Een groep van Duitstalige joden en christenen hebben het probleem van de implementatie van de paradigmashift bij de wortel aangevat: welke woorden en begrippen verraden het denken in het oude paradigma? Welke Bijbelse woorden met name zijn dat? En kunnen we die herijken naar de oorspronkelijke bedoeling?

Het boek Van Abba tot Zondebok stelt 57 trefwoorden voor die bespreking verdienen, telkens op 2 of 3 bladzijden. Het levert authentiek graafwerk op in onze Bijbel, die we menen te kennen maar niet genoeg kennen. Elk trefwoord geeft voer voor verdere reflectie en discussie.

We gaan er samen mee aan de slag. Na de algemene voorstelling van het trefwoord in kwestie, gaan we in kleine groepen uiteen. Daarna komen we weer samen voor het verzamelen van de nieuwe inzichten. Het wordt een vruchtbaar en spannend leerproces voor elk van ons, waarbij we met nieuwe ogen zullen kijken naar zowel het Oude als het Nieuwe Testament.

Leçons de Ténèbres (Delalande) – 24 februari 20u

De leçons de ténèbres (letterlijk: lezingen aangaande het duister) is geen concertmuziek, maar liturgische muziek en wel bestemd voor de donkere metten (‘des morgens als het nog donker is’) voor de dag aanbreekt (nocturnen). En wel heel specifiek voor ‘de drie hoogheilige dagen’ van het christelijk geloof: Witte Donderdag/ Goede Vrijdag / Stille Zaterdag. De dagen waarop zich de ‘passie van Christus’ afspeelt: van zijn laatste avondmaal, zijn agonie in de hof van Getsemane, het verraad van Judas, de verloochening door Petrus, het proces voor Pilatus, de kruisiging, eindigend met de graflegging Ruhe sanfte, sanfte Ruh… De term ‘Ténèbres’ is ontleend aan de Evangelielezing: “Et tenebrae factae sunt dum crucifixissent Jesum…” En het werd duister, toen zij Jezus kruisigden. De leçons de ténèbres (lezingen) zijn allen ontleend aan de Klaagliederen (Lamentationes) toegeschreven aan de profeet Jeremia. Die zit bij de puinhopen van Jeruzalem, en weent over een totaal verwoeste stad, een verwoeste wereld, een verwoest leven. Deze klaagzangen raken nog steeds diep, omdat ze – jammer genoeg – van alle tijden zijn. De muziek die vanaf de late Middeleeuwen voor deze lezingen is geschreven hoort tot het aangrijpendste wat in de Westerse muziekcultuur te horen valt.

De drie leçons van de Franse componist Delalande (1657-1227) worden in dit concert afgewisseld met teksten (gedichten van Wislawa Szymborska en Joseph Hahn) en twee instrumentale intermezzi: Een deel uit de Symphonie Passion van Marcel Dupré: crucifixion en een eigentijdse compositie van John Joubert, Tombeau. Reflections on ‘When I am laid in earth’ (Purcell) voor gamba solo.

Michel-Richard de Lalande, zijn vrouw en dochters

Michel-Richard de Lalande was muzikant/componist aan het hof van Versailles. Hij legde zich speciaal toe op religieuze muziek voor vrouwenstemmen, in een tijd waarin dat beschouwd werd als het domein van mannen (officieel was er een kerkelijk verbod op de participatie van vrouwen aan kerkmuziek. Jaja). Van de vele muziek die hij componeerde hebben vrienden en collega’s na zijn overlijden een bundel samengesteld. De Leçons de Ténèbres en het Miserere (boetepsalm, nr. 50/51) die daarin zijn opgenomen zijn technisch zeer verfijnd (aartsmoeilijk dus), maar tegelijk ook welsprekend door hun expressieve kracht. De Lalande componeerde deze toonzettingen voor de dames van het klooster van de Assomption . Ze werden door de beide dochters van DelaLande uitgevoerd, en wel op zodanige manier dat heel Parijs na afloop vol bewondering de lof zong van de hele muzikale familie.1.

Het couvent de l’Assomption in 1705 – detail van grotere afbeelding.
De kerk is er nog: Eglise Notre Dame de l’Assomption (Poolse rooms-katholieken)

Het gaat hier over de twee dochters van Michel-Richard Delalande en zijn vrouw Renée Anne Rebel : Marie-Anne en Jeanne. Delalande was op 8 juli 1684 getrouwd, in aanwezigheid van de zonnekoning. Zijn dochters Marie-Anne (1686), Jeanne (1687) zongen beide in de Chapelle Royale, waar ze werden opgemerkt door de Zonnekoning zelf, die elk van hen een toelage van 1.000 livres toekende in april 1706. En daarbij de wens uitsprak hun vakder te horen. Dit is waarschijnlijk de aanzet geweest voor Delalande om ook geestelijke muziek voor vrouwenstemmen te componeren, t.t.z. voor zijn vrouw en zijn dochters. Helaas stierven zijn beide dochters in de pokkenepidemie van 1711. Lodewijk XIV, die zijn oudste zoon had verloren, zou toen tegen De Lalande gezegd hebben: “U hebt twee dochters verloren die zeer verdienstelijk waren; Ik, ik heb Monseigneur verloren. La Lande, men moet zich bij de dingen neerleggen.” (« Vous avez perdu deux filles qui avaient bien du mérite ; Moy, j’ay perdu Monseigneur. La Lande, il faut se soumettre »).

Het gebruik van eigenzinnige chromatische bassen in het continuo, de expressieve stilte van de pauzes en de grote aandacht die hij besteedde aan de teksten, maken van dit religieuze werk een van de meest aansprekende voorbeelden uit het oeuvre van een componist op het hoogtepunt van zijn kunnen.

Bonny en Baert over Gaza

Vorige week stond er een spontaan geschreven opiniestuk van Johan Bonny (bisschop van Antwerpen) in De STANDAARD (DS 9 november). Hij richt zich tot zijn ‘Joodse vrienden’ en spelt hen de les over de ‘God van de Bijbel’. Niet eens tussen de regels door, maar expliciet verwijt hij zijn ‘Joodse vrienden’ (wie zijn dat? zo vroeg ik me af) dat zij hun heilige Geschriften helemaal verkeerd interpreteren. Gelukkig – zo vervolgt de bisschop – zijn er verlichte christenen die wel weten wat de God van de Bijbel eigenlijk wil. Dus verklaart hij ex cathedra wat ‘sinds Christus’ dood en verrijzenis’ het Oude Testament nog wel en niet kan zeggen. Los van de inhoud: Het is schokkend deze vorm van christelijk superioriteitsdenken (“God, ik dank u dat ik niet ben zoals…”) in de 21ste eeuw nog te moeten lezen, en dan nog wel vloeiend uit de pen van de bisschop van Antwerpen. Deze ‘substitutie-theologie’ (de kerk is in de plaats van Israel gekomen) was eeuwen lang de basis van het kerkelijk anti-judaïsme, dat op zijn beurt zowel openlijk als onderhuids het anti-semitisme aanwakkert.

Gelukkig stond er in De STANDAARD van vandaag (DS 13 november) een weerlegging door Denis Baert. Voor t geval u dit niet kunt lezen. Hier de tekst.

Wil Johan Bonny eigenlijk wel joodse vrienden?

Johan Bonny haalt de oude registers van christelijke Jodenhaat weer boven en dat is gevaarlijk, vindt Dennis Baert.

Dennis Baert (Instituut voor Joodse Studies Universiteit Antwerpen).

13 november DE STANDAARD

Johan Bonny schrijft dat hij niet langer kan zwijgen over Gaza tegen zijn joodse vrienden (DS 9 november). Even lijkt het alsof hij zijn afschuw wil uiten over het geweld in Gaza. Dat hij dat verschrikkelijk vindt, zal niemand hem verwijten. Maar dan blijkt dat hij iets heel anders op het oog heeft dan de humanitaire crisis in Gaza en het onderliggende politiek-militaire conflict tussen Israël en Hamas. Hij heeft het niet over politiek maar over godsdienst. En meer bepaald over hoe joden en christenen van elkaar verschillen. In zijn visie is het jodendom een nauwe, uitsluitende godsdienst, een godsdienst van ‘gewelddadige recuperatie en militaire uitbreiding’. Daartegenover zet hij het christendom als godsdienst ‘van Gods liefde en Gods redding’ met als kern ‘de universaliteit van het heil’.

De bisschop van Antwerpen schrijft dus dat het conflict tussen Israëli’s en Palestijnen te wijten is aan het jodendom zelf. Zo beweert hij dat joden en Israëli’s (een onderscheid dat hij niet maakt) op genocide uit zijn: ‘De kinderen moeten dood. De jongeren moeten weg. (…) En na Gaza zal de Westelijke Jordaanoever volgen.’ Meer nog, blijkbaar zijn de Joden zo genocidair dat ze zaten te wachten op een ‘ideaal alibi’ en dat op 7 oktober vonden in de martelingen, verminkingen, massaverkrachtingen en de moedwillig wrede moorden op meer dan duizend Israëlische bejaarden, kinderen, vrouwen en mannen (waar hij eufemistisch naar verwijst als een ‘voorspelbare ontploffing’). Die formulering is obsceen, en het is moeilijk te begrijpen dat iemand die zó over joden denkt, überhaupt joodse vrienden wil.

Aanzienlijke schade

Een reactie is hier dus wel op zijn plaats. Bonny getuigt om te beginnen van weinig kennis over het jodendom. De joodse traditie heeft nooit nood gehad aan de dood en verrijzenis van Christus om te beseffen dat ‘de God van Israël de vader is van alle mensen’. De universaliteit van de menselijke waarde vanuit de schepping van de mens in Gods evenbeeld behoort tot de oudste joodse leerstellingen, eeuwen ouder dan het christendom. Ja, de joodse traditie denkt anders over de verhouding van universaliteit en particulariteit dan christelijke tradities doorgaans doen. Daar zitten we inderdaad niet op hetzelfde spoor. In de joodse traditie ligt het gehele mysterie van het mens-zijn in het feit dat we als mens allemaal verbonden zijn en toch van elkaar verschillen. Het is deels daarom dat joden niet eeuwenlang in naam van de ‘universaliteit van het heil’ hebben geprobeerd iedereen op aarde, van andersgelovigen tot gekoloniseerde volkeren, goedschiks of kwaadschiks, te vuur en te zwaard, te bekeren.

In enkele alinea’s berokkent Bonny aanzienlijke schade aan ruim zestig jaar joods-christelijke dialoog en verzoening. Hij gebruikt tal van clichés uit de lange geschiedenis van christelijk anti-judaïsme: ‘de joden’ die door hun weigering Christus te erkennen verblind zijn en de eigen teksten onjuist interpreteren, ‘de joden’ die hun verbond met God verloren hebben nu de christenen de ware universele draagwijdte van dat verbond begrijpen, ‘de Joden’ met hun materiële wetten versus de spirituele liefde van de christenen, ‘de Joden’ die wachten op het juiste moment om kinderen te vermoorden.

Christelijke jodenhaat

Sinds het Tweede Vaticaanse Concilie heeft de rooms-katholieke kerk die bladzijde radicaal omgeslagen. Nostra Aetate (1965) is het begin geweest van een vruchtbare dialoog waarin joden en rooms-katholieken hebben samengewerkt om vooroordelen over elkaar te overstijgen en elkaar niet langer te demoniseren.

Bonny wijst die dialoog kennelijk van de hand. Het is kwalijk, onverantwoordelijk en zelfs gevaarlijk hoe hij op een moment dat antisemitisme wereldwijd hoogtij viert, de oude registers van begraven christelijke jodenhaat weer bovenhaalt. Niemand heeft hem gevraagd te zwijgen. Maar alle goedmenende joden en christenen hadden van hem verwacht dat hij niet zou vervallen in een theologie van demonisering en collectieve schuld die joden alhier in België nog meer in gevaar brengt.

Medeondertekend door Vivian Liska (Instituut voor Joodse Studies, Universiteit Antwerpen) en Theodor Dunkelgrün (Departement Geschiedenis, Universiteit Antwerpen).